Kredietcrisis.

De hoedenmaker is over de kop.
De lappenfabriek is opgedoekt.
De bakker moet zijn brood elders verdienen.
De deurenfabriek is gesloten.
De heftruckfabriek is opgeheven.
Het toneelgezelschap is uitgespeeld.
De jachtbouwer is het schip in gegaan.
De drankenhandel is op de fles.
De kranenfabriek is dichtgedraaid.
De shagfabriek is opgerold.
De uitbener heeft geen poot meer om op te staan.
De pedicure heeft geen nagel om haar kont te krabben.
De werknemers van rizzla zijn uitgevloeid.
De scheppenmaker is op de schop.
De grondwerker ziet er geen gat meer in.
De hoeren worden er uit gewipt.
De pwn is uitgeput.
Zwarte piet krijgt de zak.
De kno-arts heeft zijn laatste oortje versnoept.
Bij de lampenfabriek gaat het licht uit.
Bij de nuon trekken ze de stekker er uit.
De ijslandse bank is uitgegleden.
De longarts heeft geen nering en is naar de tering.
De landbouwer is uitgeboerd.

Kent u er nog zo wat?

Stefanus is uitgeschreven want die moet zo voor de 6e
zaterdag op rij te WERK.